De evaluatie van de werking van de regionale landschappen in 2009
Advies Biodiversiteit
Samenvatting
- Adviesdatum
- 02 sep 2010
Elk jaar vraagt de afdeling Natuur en Bos (ANB) aan de Minaraad om hun evaluatieverslag over de werking van de regionale landschappen te adviseren. In 2009 ging de Minaraad gedetailleerd in op de jaarverslagen van de regionale landschappen en de evaluatieverslagen van het ANB. Deze aanpak is vrij intensief gebleken. De Minaraad heeft beslist om de komende jaren telkens in te gaan op één deelfacet of criterium. Dit jaar legt de Raad de klemtoon op het Bestuur van de regionale landschappen.
De Algemene Vergadering van een aantal regionale landschappen heeft een hoog aantal leden. De Minaraad vraagt zich af of dit strikt noodzakelijk is om een goede werking van het regionaal landschap na te streven. Het risico is dan namelijk reëel dat een evenwichtige afstemming van de taakstelling tussen lokale overheden en andere actoren binnen het regionaal landschap in het gedrang komt.
Alle regionale landschappen voldoen algemeen aan het formele erkenningscriterium dat minstens een 1/3 vertegenwoordiging oplegt voor de samenstelling van de Raad van Bestuur. Wanneer enkel een vergadering op zich beschouwd wordt, is de doelgroep van de erkende milieu- en natuurverenigingen echter niet altijd met 1/3 effectief aanwezig in de Raad van Bestuur. Dit kan leiden tot een onevenwicht in de taakverdeling van de actoren in de regionale landschappen.
Bij de samenstelling van de Raad van Bestuur merkt de Minaraad op dat niet altijd alle 3 de subcategoriën van de doelgroep landbouw, toerisme en WBE vertegenwoordigd zijn. De Minaraad vraagt dat de regionale landschappen meer inspanningen doen om ook deze actoren actief bij de Raad van Bestuur te betrekken.
De Minaraad wijst erop dat de Raad van Bestuur van een aantal regionale landschappen heel ruim is samengesteld, waardoor het niet eenvoudig is om efficiënt te vergaderen. De Minaraad suggereert de vertegenwoordigingsgroepen te reduceren tot een werkbaar aantal.
Bijna geen enkel regionaal landschap vermeldt bij de aanwezigheidslijst van vergaderingen de respectievelijke instantie die de aanwezige vertegenwoordigt. Dit is nochtans noodzakelijk voor een goede verslaggeving. De Minaraad vraagt dat deze gegevens dus in de toekomst zeker toegevoegd worden aan de verslagen.
De Minaraad stelt vast dat bij een significant aantal regionale landschappen het Dagelijks Bestuur in 2009 niet samengekomen is (om diverse redenen). De Raad van Bestuur lijkt dan de opvolgingstaak van de dagdagelijkse werking van het regionaal landschap op zich te nemen. Om een goede werking na te streven, is het volgens de Minaraad raadzaam om de functies van de 2 bestuursorganen toch zo veel mogelijk gescheiden te houden.
De man-vrouwverhoudingen blijken (nog) niet evenwichtig verdeeld te zijn in de bestuursorganen van de regionale landschappen. In bijna alle regionale landschappen wordt een 1/3 vrouwelijke aandeel niet gehaald. In het licht van de inspanningen die vanuit de overheid en andere instanties genomen worden om een hoger percentage aan vrouwen in bestuursorganen te bewerkstelligen, beveelt de Minaraad aan om bij het samenstellen van het bestuur van de regionale landschappen daar in de toekomst zeker voldoende aandacht aan te besteden.
Ten slotte formuleert de Minaraad nog enkele opmerkingen en aanbevelingen die in lijn liggen met eerdere adviezen inzake het instrument regionale landschappen, alsook een aantal slotbeschouwingen m.b.t. “good governance” gekoppeld aan de nood voor een hervorming van het Erkenningsbesluit.
De Minaraad keurde het advies goed, mits onthouding van Landelijk Vlaanderen over het gender-aspect.