Beheervoorstellen met betrekking tot jacht in vijf vogelrijke gebieden
Advies Biodiversiteit
Samenvatting
- Adviesdatum
- 19 dec 2013
- Productnummer
- 2013-063
Op basis van art.6 van het Jachtvoorwaardenbesluit (2008) werd de Minaraad om advies gevraagd over vijf aanvragen voor jacht in een vogelrijk gebied. Het betreft twee consensusvoorstellen ("IJzervalleien" en "Het Molsbroek") en drie niet-consensus-voorstellen (met name "Krekengebied" in WBE "De Twee Ambachten", "Krekengebied" in WBE "Generale Vrije Polder" en "De Kuifeend"). De Raad werd specifiek gevraagd of de voorgestelde maatregelen verenigbaar zijn met de goede staat van instandhouding van de te beschermen vogelsoorten in het gebied.
In het algemeen vraagt de Minaraad aan de Vlaamse overheid om in kaart te brengen voor hoeveel vogelrijke gebieden er de afgelopen jaren voorstellen voor bejaging ingediend werden, en hoeveel van deze voorstellen wel of niet in consensus ingediend werden, zodat vastgesteld kan worden of de lokale belanghebbenden na verloop van tijd meer of minder consensus nastreven.
De effectiviteit van het instrument “consensusvoorstellen” om de schadelijke impact van de jacht te beperken of te vermijden in vogelrijke gebieden, is moeilijk in te schatten voor de Minaraad, zolang niet altijd betrouwbare en vergelijkbare cijfergegevens en cijferreeksen ter beschikking gesteld kunnen worden over de werkelijke populaties waterwildvogels in de vogelrijke gebieden. Zelfs als deze gegevens ter beschikking zouden staan, is de Minaraad niet echt geplaatst om te oordelen over de verenigbaarheid van de voorgestelde maatregelen met de goede staat van instandhouding van de te beschermen vogelsoorten in het gebied – vermits zoiets niet beantwoordt aan de samenstelling en de expertise van een strategische adviesraad.
Aansluitend hierbij wijst de Minaraad op het bepaalde in art. 6, §2, tweede lid, van het Jachtvoorwaardenbesluit: “Als de vogelrijke gebieden overlappen met vogelrichtlijngebieden waarvoor er ook instandhoudingsdoelstellingen zijn vastgesteld, moeten die zones, perioden en maatregelen overeenstemmen of in overeenstemming gebracht worden met de instandhoudingsdoelstellingen die er gelden.”. Deze bepaling zal in de toekomst aan relevantie winnen.
De Minaraad stelt ten slotte vast dat de kwaliteit van de aanvraagdossiers sterk varieert en dat er veel vormfouten worden gemaakt. Daarom doet de Minaraad een oproep aan het ANB om de lokale WBE beter te begeleiden bij het indienen van (niet)-consensusvoorstellen.
Het advies werd unaniem goedgekeurd.