Ontwerp ministerieel besluit tot vaststelling van zes rode lijsten in uitvoering van artikel 5 van het soortenbesluit
Advies Biodiversiteit
Samenvatting
- Adviesdatum
- 24 jun 2010
Artikel 24 van het Soortenbesluit bepaalt dat soortenbehoudsmaatregelen of -beschermingsprogramma’s slechts kunnen worden vastgesteld voor soorten die beschermd zijn en in een officieel vastgestelde rode lijst bestempeld staan als “uitgestorven”, “met uitsterven bedreigd”, “bedreigd” of “kwetsbaar”. Daarom heeft de Vlaamse minister van Leefmilieu en Natuur het ontwerp van ministerieel besluit uitgewerkt dat zes rode lijsten vastlegt, nl. voor dagvlinders, hogere planten, libellen, loopkevers, sprinkhanen/krekels en vogels.
De Minaraad steunt het initiatief om zes Rode lijsten te gaan vaststellen. Hierdoor kan de minister, ten aanzien van een beperkt aantal “kritische” soorten, een actief en positief beschermingsbeleid voeren op grond van artikel 24 van het Soortenbesluit van 15 mei 2009.
De Minaraad vindt het wenselijk dat er per Rode lijst een korte toelichting zou gegeven worden bij de benutte criteria en de wijze waarop de categorisering van opgenomen soorten moet opgevat worden. Ook enig verder technisch nazicht lijkt nog nodig.
Eenmaal de Rode lijsten vastgesteld zijn, kunnen ze de basis vormen van concreet beleid. Voor de - op grond van de Rode lijsten - als “kritisch” te beschouwen soorten die ook een wettelijke bescherming genieten, beveelt de Minaraad aan om een prioriteitbepaling door te voeren met betrekking tot de initiatieven van soortenbescherming die er nu zouden ondernomen worden. Deze prioriteitbepaling dient georiënteerd te zijn op twee basiscriteria: (1) soorten waarvan verwacht kan worden dat het herstel of de bescherming ervan een meerwaarde kan betekenen voor een reeks andere soorten of voor een soortengroep; (2) soorten die Europees rechtelijk een dringende of belangrijke ingreep vereisen.
Een aanzienlijke reeks soorten wordt, in de Rode lijsten, weliswaar als “kritisch” bestempeld, terwijl ze anderzijds geen wettelijke bescherming lijken te genieten op grond van het Soortenbesluit. Dit maakt dat er geen concrete beschermingsmaatregelen voor kunnen genomen worden in de zin van artikel 24 van het Soortenbesluit. De Minaraad beveelt aan om binnen korte tijd, en in lijn met artikel 8 van het Soortenbesluit, een evaluatie door te voeren van bijlage 1 van het Soortenbesluit, met het oog op opname erin van “kritische” soorten die “met uitsterven bedreigd” zijn en die baat kunnen hebben van initiatieven van actief soortenbeleid, in de zin van artikel 24 van het Soortenbesluit.
Ter gelegenheid van die evaluatie kan er ook overwogen worden om een aantal van de soorten die weliswaar wettelijk beschermd zijn, maar hoegenaamd niet bedreigd blijken te zijn, hun beschermd statuut te ontnemen. Hierbij moet er wel rekening worden gehouden met het stand-still-beginsel, wat inhoudt dat natuurwaarden die in goede toestand zijn in principe niet mogen achteruitgaan.
Uiteindelijk geeft de Minaraad nog een aantal aanbevelingen met betrekking tot de toekomstige opmaak van Rode lijsten. Zo stelt de Minaraad dat het uiterst belangrijk is, zowel vanuit wetenschappelijk als maatschappelijk oogpunt, om (1) een aantal van de nu vast te stellen lijsten zo snel als mogelijk te actualiseren om een correcte bruikbaarheid na te streven, en (2) om de koppeling van de Rode lijsten aan de IUCN-criteria duidelijker aan te geven (o.a. op niveau van toepasbaarheid en definities). Tot slot beveelt de Minaraad aan dat de opmaak van de Rode lijsten voor zoogdieren en vissen snel ter hand zou genomen moeten worden.
De Minaraad keurde het advies goed unaniem goed.
Coördinator
: Naam | Jan Verheeke |
---|---|
: Functie | secretaris (algemene leiding) |
: Organisatie | Minaraad |
: E-mailadres | jan.verheeke@minaraad.be |
: Telefoon | 02 558 01 36 of 0496 51 72 59 |