Samenwerkingsakkoord preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten

Advies Biodiversiteit

Samenvatting

Adviesdatum
16 nov 2017
Productnummer
2017-024

De Minaraad adviseerde in 2016 (samen met de SALV) over het beleid inzake invasieve uitheemse soorten in het kader van het Soortenbesluit. In dit advies onderstreepten de Raden onder andere het belang van duidelijkheid voor alle betrokkenen over de manier waarop de invasieve uitheemse soorten op de EU-lijst moeten worden beheerd en bestreden en welke instrumenten daartoe kunnen worden ingezet.

De Raad vindt het positief dat verder uitvoering wordt gegeven aan de implementatie van dit beleid met aandacht voor de drie luiken, met name preventie, vroege detectie en snelle uitroeiing en beheer van wijdverspreide invasieve uitheemse soorten, conform de Europese Verordening.

De Raad wil de adviesvraag over dit voorontwerp van decreet aangrijpen om enkele bedenkingen uit het bovenvermelde advies te herhalen alsook enkele nieuwe opmerkingen te formuleren.

Met betrekking tot de Unielijst en de optie tot het vaststellen van een nationale lijst. De Raad vraagt op welke manier rekening zal worden gehouden met de visie van de betrokken actoren bij het bepalen standpunten naar Europa toe.

Verder herhaalt de Raad het pleidooi uit het advies over het Soortenbesluit, met name de aanbeveling om tegen 2020 een Vlaamse lijst op te maken voor de soorten waarvoor dit het meest dringend is, met aandacht voor volgende zaken:

  • de ecologische impact en de beheerbaarheid van de soort;
  • het socio-economische belang van bepaalde planten.

De Raad stelt voor om bij de opmaak van een dergelijke lijst ook na te gaan of alternatieve pistes voor sommige soorten mogelijk zijn (bijvoorbeeld het opstellen van een gedragscode zoals in het Alterias-project).

Met betrekking tot beheer. De Raad erkent het belang van preventie (met aandacht voor vroege detectie) en van beheer van wijdverspreide invasieve uitheemse soorten (met aandacht voor het tot een minimum beperken van de gevolgen), maar is van mening dat dit gepaard moet gaan met voldoende aandacht voor de meest efficiënte en effectieve manieren van bestrijding.

De Raad wijst hierbij op het verband dat gelegd kan worden tussen gewestgrensoverschrijdende waterlopen en stroomgebieden enerzijds en anderzijds de aan deze oppervlaktewaterlichamen gebonden invasieve uitheemse soorten. De Raad beveelt daarom aan om, bij de uitvoering van het voorliggende samenwerkingsakkoord, voldoende aandacht te schenken aan de aanpak van deze aan water gebonden invasieve exoten.

Met betrekking tot de praktische uitwerking van samenwerking. Titel VII van het samenwerkingsakkoord regelt de samenwerking met de andere Lidstaten en verwijst ook hier voor de verdere uitwerking ervan naar het uitvoerend samenwerkingsakkoord van artikel 10. De Raad vraagt hierbij meer duidelijkheid over de manier waarop rekening wordt gehouden met naburige landen bij het bepalen van de beheerstrategie.  

De Raad vraagt verder ook meer informatie over hoe in België de beheerstrategieën op elkaar en op andere maatregelen (zoals bijvoorbeeld in uitvoering van de kaderrichtlijn water en de instandhoudingsdoelstellingen) zullen worden afgestemd.

Met betrekking tot de gevolgen voor terreinbeheerders. De Raad vraagt tot slot dat op korte termijn duidelijkheid wordt geschapen over wat er concreet van terreinbeheerders wordt verwacht voor de desbetreffende soorten en met welke middelen en instrumenten het beheer en de bestrijding zal kunnen worden uitgevoerd.

Coördinator
: Naam LinkedIn profiel van Kathleen Quick Kathleen Quick
: Functie adjunct v.d. directeur (open ruimte - natuur)
: Organisatie Minaraad
: E-mailadres kathleen.quick@minaraad.be
: Telefoon 02 558 01 40

Downloads

Samenwerkingsakkoord preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten

Download (grootte: 116.7 KB, type: application/pdf)