Wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009 (met SALV)

Advies Biodiversiteit

Samenvatting

Adviesdatum
18 feb 2016
Productnummer
2016-005

De adviesvraag is op 20 januari gesteld door minister Joke Schauvliege; voorwerp was het doorvoeren van verbeteringen en correcties in het bestaande Soortenbesluit.

De Minaraad en de SALV vinden het positief dat met dit ontwerpbesluit niet enkel de wettelijke bepaalde evaluatie conform artikel 8, tweede en derde lid, wordt doorgevoerd, maar dat ook andere vastgestelde knelpunten worden aangepakt.

Met betrekking tot het aspect soortenbescherming wijzen de Raden onder andere op het belang van de actualisatie van de Rode Lijsten en op de nood aan een prioritering en afstemming van lopende beschermingsinitiatieven. Ze stellen bovendien nog extra wijzigingen aan bijlage 1 voor. De bescherming van Europese wolf en kritische vlindersoorten vinden de Raden positief.

Inzake bestrijding, met in hoofdzaak wijzigingen aan bijlage 3, hebben de Raden op bepaalde hoofdpunten geen consensus bereikt. Voor Natuurpunt en Bond Beter Leefmilieu voldoet bijlage 3 van het ontwerpbesluit niet aan de bepalingen van artikelen 8, 9, 10 en 13 van de Vogelrichtlijn. Zij vragen een advies te vragen aan de Europese Commissie vooraleer het besluit zou worden goedgekeurd. Boerenbond, Landelijk Vlaanderen, Hubertusvereniging Vlaanderen, Voka en UNIZO vinden de voorgestelde wijzigingen vanuit het oogpunt van administratieve vereenvoudiging positief en zijn van mening dat voldaan wordt aan de bepalingen van artikel 9 van de Vogelrichtlijn. Ook is er geen consensus bereikt inzake de bestrijdingsmogelijkheden voor spreeuw en overzomerende brandgans en het al dan niet moeten beschikken over een schriftelijke toestemming van de eigenaar vooraleer men tot bestrijding kan overgaan.

Inzake bestrijding hebben de Raden wel een consensus bereikt inzake volgende onderwerpen: de code goede praktijk, het gebruik van trechtervallen, de motiveringsplicht bij de bestrijdingsaanvraag, de verwerking van kadavers, het vervoer en de identificatieplicht van gebruikte kooien en vallen.

De Raden achten het positief dat van deze gelegenheid gebruik wordt gemaakt om de Europese aanpak inzake invasieve uitheemse soorten in Vlaamse wetgeving te integreren. Ze vinden het evenwel van groot belang dat er duidelijkheid komt over de manier waarop en met welke instrumenten de Vlaamse Overheid de op de EU-lijst vermelde invasieve exoten wil bestrijden en beheren.

De Raden zijn van mening dat de voorgestelde wijziging inzake het vrijlaten van gerevalideerde dieren door een opvangcentrum niet zal bijdragen tot administratieve vereenvoudiging. Ze stellen voor dat het Agentschap voor Natuur en Bos een overleg zou organiseren om hierover met alle betrokkenen de nodige afspraken vast te leggen. Daarnaast erkennen de Raden de bijdrage die de opvangcentra leveren aan het welzijn van individuele dieren, alsook hun natuur-educatieve rol. Ze zijn evenwel van mening dat het nuttig zou kunnen zijn om over meer concrete informatie te beschikken omtrent hun betekenis voor het natuurbehoud.

Coördinator
: Naam LinkedIn profiel van Kathleen Quick Kathleen Quick
: Functie adjunct v.d. directeur (open ruimte - natuur)
: Organisatie Minaraad
: E-mailadres kathleen.quick@minaraad.be
: Telefoon 02 558 01 40

Downloads