De Minaraad is om advies gevraagd over de voorgestelde selectie van biomerkers die zullen worden opgenomen in de referentiebiomonitoring in het kader van het derde Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma (2012-2015).
De Minaraad erkent dat milieu en gezondheid een belangrijk thema is waarvoor ook op EU-niveau steeds meer aandacht bestaat. De Minaraad neemt akte van de voorgestelde lijst van biomerkers. Gelet op de complexiteit van de problematiek in combinatie met de relatief korte termijn waarbinnen het advies moet worden gegeven, acht de Minaraad het echter niet mogelijk om een gedetailleerde en onderbouwde uitspraak te doen over de voorgestelde selectie van biomerkers. De Minaraad beoogt met dit advies dan ook vooral 1) zijn interesse en bereidheid aan te geven voor een toekomstige betrokkenheid bij de Vlaamse Humane Biomonitoring en bij de totstandkoming van het milieu- en gezondheidsbeleid meer in het algemeen en 2) een aantal prioritaire aandachtspunten voor het milieu- en gezondheidsbeleid te benadrukken.
De Minaraad hanteert hierbij volgende uitgangspunten. 1) Het Steunpunt voert beleidsrelevant onderzoek uit. Dit betekent dat de informatie die verzameld wordt, gericht moet zijn op mogelijke beleidsacties. De selectie van biomerkers zou dus in de eerste plaats bepaald moeten worden op basis van prioritaire milieu- en gezondheidsproblemen. 2) Het toepassen van een voorzorgsbenadering en het open trekken van het debat zijn volgens de Minaraad van bijzonder belang in het omgaan met inherent complexe milieu- en gezondheidsvraagstukken.
Op basis van deze uitgangspunten wijst de Minaraad op zes prioritaire aandachtspunten in het kader van het milieu- en gezondheidsbeleid:
1) Luchtkwaliteit en verkeerspollutie als een van de prioritaire milieu- en gezondheidproblemen, zonder echter aandacht te verliezen voor andere milieu- en gezondheidsthema’s;
2) De toenemende ongerustheid over cocktaileffecten alsook de lange termijneffecten;
3) De toenemende ongerustheid over nanopartikels;
4) De noodzaak aan bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen;
5) Het verband tussen humane biomonitoring en de milieukwaliteitsnormen;
6) De noodzaak om aan te zetten tot duurzaam gedrag.
Hoewel de Minaraad geen uitspraak doet over de voorgestelde lijst van biomerkers, stelt de raad wel vast dat bovengenoemde aandachtspunten onvoldoende tot uiting lijken te komen in de lijst van voorgestelde prioritaire merkers. De adviesvraag heeft betrekking op de polluenten die recurrent zullen worden opgevolgd. De punten die de Minaraad onder de aandacht brengt, betreffen in hoofdzaak nieuwe thema’s waarover de kennis beperkt is en/of thema’s waarvoor nog geen voldoende verfijnde meettechnieken bestaan. Gesteld dat deze problemen niet geschikt worden bevonden om te worden opgevolgd via de referentiebiomonitoring, vraagt de raad zich wel af of de selectie van de hotspot niet heroverwogen moet worden.
De Minaraad keurde het advies unaniem goed.