Voorontwerp van besluit tot wijziging van Vlarem I en II, Vlarebo en Vlarema (met SERV)
Advies Klassiek milieubeleid
Samenvatting
- Adviesdatum
- 20 feb 2014
- Productnummer
- 2014-005
Dit advies werd opgemaakt op grond van samenwerking tussen Minaraad en SERV, waarbij het secretariaat van de Minaraad het project "trok". De Raden gingen in grote lijnen akkoord met de voorgestelde wijzigingen in het voorontwerp van besluit.
De Raden herhaalden hun in 2011 gestelde vraag om snel werk te maken van de implementatie van beleidsmaatregelen inzake preventie en hergebruik. Ze vonden de wettelijke invoering van hergebruikscriteria in de handel positief, maar stelden ook acties voor om het toepassen van de hergebruikscriteria bij verkoop van tweedehands EEA tussen particulieren onderling aan te moedigen.
De Raden gingen akkoord met de voorstellen die tot een kostenefficiënter ophalen van afval zouden leiden. Ze vroegen om de aanvaardingsplichten snel in de praktijk om te zetten en om deze in de toekomst te verruimen tot een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
Aansluitend bij dit voorontwerpbesluit, onderschreven de Raden het idee om te komen tot een gemeenschappelijk normenkader van minerale afvalstoffen, van uitgegraven bodem voor het vrij gebruik als bodem en voor het gebruik als bouwstof / bouwkundig bodemgebruik. Zij stelden evenwel vast dat er nog onvoldoende draagvlak bij het middenveld bestond om er op dat moment, in het kader van het voorliggende voorontwerpbesluit, een juridische basis aan te bezorgen.
Het kwaliteitsgarantiesysteem voor organisch-biologische afvalstoffen viel volgens de Raden te situeren in het licht van het behoud van de kwaliteit van compost en digestaat in Vlaanderen. De Raden ondersteunden de voorliggende aanpassing, maar vonden dat het systeem moet werken tegen een aanvaardbare kost, waarbij een kwaliteitsorganisatie nodig blijft. De Raden vonden dat meerdere certificeringsinstellingen voordelen hebben omdat deze instellingen dan scherp blijven in hun werking.
De Raden onderschreven ten slotte het principe van de invoering van een sloopbeheersorganisatie.