Het samenwerkingsakkoord over de opname van luchtvaartactiviteiten in het EU ETS
Advies Klimaat en Energie
Samenvatting
- Adviesdatum
- 13 sep 2012
- Productnummer
- 2012-057
Op 2 juli 2012 ontving de Minaraad de adviesvraag over het ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG. Richtlijn 2008/101/EG was in Vlaanderen omgezet via het decreet van 8 mei 2009 houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft tegen het Vlaams decreet van 8 mei 2009 een beroep tot vernietiging ingesteld bij het Grondwettelijk Hof. Het Grondwettelijk Hof oordeelde
1) Dat het criterium vervat in artikel 20bis van het decreet van 8 mei 2009 de territoriale bevoegdheidsverdeling tussen de gewesten en de federale staat niet in acht neemt en derhalve niet geschikt is om de emissies van broeikasgassen te lokaliseren binnen de territoriale bevoegdheid van het Vlaams Gewest;
2) Dat de omzetting van Richtlijn 2008/101/EG niet anders dan in onderlinge samenwerking kan worden geregeld.
Het Grondwettelijk Hof heeft in haar arrest van 2 maart 2011 het decreet van 8 mei 2009 vernietigd. Op 6 juni 2012 hebben de gewesten en de federale overheid een ontwerp van samenwerkingsakkoord goedgekeurd dat nu voorligt ter advies.
Artikel 13 van het ontwerp samenwerkingsakkoord stelt dat “Het huidige samenwerkingsakkoord […]geenszins een voorafname [is] op de verdeling van de inkomsten uit de veiling.” De Minaraad stelt vast dat er geen dergelijke bepaling was opgenomen in het decreet van 8 mei 2009. Dit wijst erop dat de verdeling van deze opbrengsten een delicaat onderwerp is waarover de verschillende overheden in dit land nog geen akkoord hebben bereikt. De verdeling van de opbrengst van de veiling van emissierechten is een element dat deel uitmaakt van een breder pakket van “verdelingsvraagstukken” waarin de Belgische doelstellingen in het kader van het EU Klimaat- en Energiepakket moeten worden verdeeld over de verschillende Belgische entiteiten. De rechtszaak inzake het decreet van 8 mei 2009 staaft opnieuw de indruk van de Minaraad dat de intra-Belgische onderhandelingen over de verdeling van deze doelstellingen niet vlot verlopen.
De Minaraad vraagt dat België zijn engagement ten opzichte van de andere EU-lidstaten naleeft. Naast het feit dat de termijn voor de omzetting van Richtlijn 2008/101/EG al meer dan twee jaar verstreken is, is de intra-Belgische inspanningsverdeling dringend om een aantal bijkomende redenen. (1) In 2013 zou het derde Vlaams Klimaatplan in werking moeten treden. (2) Op 1 januari 2013 gaat de derde handelsperiode van het EU ETS van start waarin veiling van emissierechten de primaire toewijzingsmethode is. (3) Op 31 december 2012 loopt ook de periode van de “snelstartfinciering” af. De Minaraad herhaalt dan ook de noodzaak voor de gewesten en de federale overheid om dringend en constructief samen te werken met het oog op een snel akkoord over de intra-Belgische verdeling van de uit het EU Klimaat- en Energiepakket voortvloeiende klimaat- en energiedoelstellingen.
Het briefadvies werd unaniem goedgekeurd.