Eigen initiatief Klimaattop Doha

Advies Klimaat en Energie

Samenvatting

Adviesdatum
11 okt 2012
Productnummer
2012-072

Van 26 november tot 7 december vindt de achttiende VN-klimaattop plaats in Doha, Qatar. In navolging van zijn adviezen over de klimaattop in Kopenhagen, Cancun en Durban, brengt de Minaraad ook dit jaar een advies uit naar aanleiding van de klimaattop. De aanbevelingen zijn gericht op de overkoepelende thema’s die van strategisch belang zijn voor het toekomstig klimaatbeleid: 1) mitigatie, 2) de tweede verbintenisperiode onder het Kyoto Protocol en de vormgeving van het nieuwe klimaatakkoord en 3) de internationale klimaatfinanciering.

Mitigatie
De toezeggingen die de partijen hebben gedaan in het kader van de Kopenhagen en Cancun Akkoorden, zijn onvoldoende om de temperatuurtoename te beperken tot minder dan twee graden. De Minaraad meent dat het verhogen van het ambitieniveau van de toezeggingen van alle partijen voor 2020 een eerste prioritair werkpunt is. Een eerste stap in dit proces bestaat erin dat de partijen die een doelstellingenbereik, in de vorm van een vork, hebben geformuleerd hun toezeggingen verhogen tot de maximale emissiereductie binnen deze vork. De Minaraad vraagt dat de EU haar emissiereductiedoelstelling voor 2020 verhoogt tot -30%, rekening houdende met de aandachtspunten vermeld in de resolutie van het Vlaams Parlement van 18 april 2012 betreffende de steun van Vlaanderen aan het optrekken van de Europese reductiedoelstelling tot 30% minder broeikasgassen tegen 2020. Verwijzend naar de landenspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester en de door Vito berekende emissiekloof van ongeveer 24 miljoen ton CO2eq voor de niet ETS sectoren in 2020, benadrukt de Minaraad dat Vlaanderen in het derde Vlaams Klimaatplan bijkomende mitigatiemaatregelen opneemt zodat de indicatieve -15%-doelstelling in de niet ETS sectoren (t.o.v. 2005) zeker gehaald wordt. Bijkomende beleidsmaatregelen moeten in kaart worden gebracht zodat als de EU haar reductiedoelstelling voor 2020 verhoogt, Vlaanderen werk kan maken van een indicatieve reductiedoelstelling van -21% in 2020 (t.o.v. 2005). De Minaraad herhaalt dat de interne lastenverdeling van de Belgische klimaat- en energiedoelstellingen dringend is.

Het klimaatregime na 2012
In Durban zijn de partijen principieel overeengekomen dat er een tweede verbintenisperiode onder het Kyoto Protocol komt. De bepalende beslissingen over de concrete vormgeving van deze tweede periode zijn echter doorgeschoven naar de klimaattop in Doha. De Minaraad vindt het essentieel dat de EU en de G77 in Doha een akkoord kunnen voorstellen inzake de overdracht van ongebruikte emissierechten dat ongebruikte emissierechten niet integraal overdraagt en dat er bij eventuele overdracht voor zorgt dat de overgedragen emissierechten enkel mogen worden aangewend voor binnenlands gebruik en indien de QELRO voldoende ambitieus is.

In Durban zijn de partijen overeen gekomen om tegen 2015 een internationaal klimaatakkoord te bezegelen dat van toepassing is op alle partijen. De Minaraad meent dat de partijen in Doha een door alle partijen gedragen werkplan moeten aannemen waarin de verschillende vraagstukken die moeten worden uitgeklaard om tot een algemeen akkoord te komen, worden beschreven en gekoppeld aan tussentijdse doelstellingen. Een gedeeld begrip van en visie op billijkheid is hierbij een noodzakelijke eerste stap.

Klimaatfinanciering
De Minaraad vraagt dat België zijn belofte inzake de snelstartfinanciering zo snel mogelijk nakomt. De Raad vraagt dat Vlaanderen zijn verantwoordelijkheid neemt en tijdig een overeenkomstige bijdrage levert aan de snelstartfinanciering.

Op 31 december 2012 loopt de periode van de snelstartfinanciering af. Momenteel zijn er geen afspraken over de verdeling noch over de bronnen van de klimaatfinanciering na 2012. De Minaraad benadrukt dat financiële ondersteuning door de ontwikkelde landen noodzakelijk is voor een effectief klimaatbeleid in de ontwikkelingslanden. De Europese Commissie berekende dat een "eerlijke" EU-bijdrage aan de klimaatfinanciering overeenkomt met een EU-bijdrage van 33%, dit is ongeveer 33 miljard dollar (25,5 miljard euro) per jaar in 2020. De Minaraad vraagt dat België zich in de onderhandelingen in de Raad Ecofin constructief opstelt en bereid is een eerlijk aandeel in de EU-klimaatfinanciering op zich te nemen. Als de verdeelsleutel die de EU hanteert om haar “eerlijke” bijdrage aan de internationale klimaatfinanciering te berekenen, illustratief, wordt doorgetrokken naar België, zou dit betekenen dat België vanaf 2020 per jaar meer dan 700 miljoen euro per jaar bijdraagt. De Minaraad vraagt hierbij dat de opbrengsten uit de veiling van emissierechten volledig worden ingezet voor de financiering van het klimaatbeleid. 

Downloads