De forfaitaire heffing per afnamepunt elektriciteit (amendement programmadecreet 2016)

Advies Klimaat en Energie

Samenvatting

Adviesdatum
26 nov 2015
Productnummer
2015-026

Op 14 oktober 2015 ontving de Minaraad vanwege mevr. Annemie Turtelboom, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie, een adviesvraag over het voorontwerp van Programmadecreet 2016. Aansluitend bij dit voorontwerp heeft de Vlaamse Regering daarenboven echter ook nog zeven regeringsamendementen direct bij het Vlaams Parlement ingediend, met name betreffende de aanpak van de groenestroomdoelstellingen en de certificatenoverschotten.

Het belangrijkste in die amendering bestaat er in om de bestaande energieheffing te hervormen en verruimen, waarbij het tarief dat vanaf 1 maart 2016 per afnamepunt verschuldigd zal zijn, op een relatief forfaitaire wijze in verband gebracht wordt met het verbruik. Op basis van de aldus te innen bijdragen verwacht men een jaarlijkse inkomst van bijna 500 miljoen euro.

Na een principiële positieve appreciatie voor het gegeven dat het probleem aangepakt wordt, ging de Minaraad in:

(1) op het verband met een wenselijke transitie van het energiesysteem: het Vlaamse Gewest moet dringend werk maken van een onderbouwde langetermijnvisie en maatschappelijk draagvlak voor de transitie naar een nieuw energiesysteem. Een belangrijke vraag is hoe Vlaanderen op een kostenefficiënte en duurzame manier de hernieuwbare energiedoelstellingen zal realiseren en wat daarbij de rol van biomassacentrales is.

(2) op de frictie tussen enerzijds die wenselijke transitie, anderzijds het nu voorliggende heffingensysteem: de voorgestelde heffing staat haaks op de noden van de energietransitie, o.a. omdat ze geen verband legt tussen het te betalen bedrag enerzijds en een bepaald gedrag (energiebesparing) of het vermogen tot betalen (met uitzondering van de sociale correctie).

(3) op de nood aan onderbouwing en rechtvaardige verdeling: de heffing draagt er sterk toe bij dat de lasten van het hernieuwbare energiebeleid hoofdzakelijk gedragen worden door de huishoudens en de kleine bedrijven, terwijl de lagere bijdrage door grote bedrijven op geen enkele manier onderbouwd wordt. De sociale correctie op de heffing geldt overigens niet voor de volledige groep van mensen in energiearmoede. Voor de mensen die uit de boot vallen zijn bijkomende inspanningen nodig. 

(4) op de nood aan een breder debat over de financiering van de energietransitie: de financiering van het beleid voor hernieuwbare energie verloopt niet noodzakelijk het best via de elektriciteitsfactuur, o.a. omdat de noodzakelijke elektrificering wordt afgeremd. Daarnaast is een sterkere band met het klimaatbeleid (CO2) wenselijk.

(5) op de nood aan een efficiëntere aanwending van de middelen.

Bij dit advies bracht VOKA een uitvoerig standpunt in dat in vele opzichten afweek van de visies van de overige raadsorganisaties. UNIZO en Boerenbond onthielden zich bij het onderdeel “efficiëntere aanwending van middelen”, maar sloten zich overigens aan bij het advies.

 

Coördinator
: Naam Francis Noyen
: Functie adviseur (Industrieel milieu- en energiebeleid, luchtbeleid)
: Organisatie Minaraad
: E-mailadres francis.noyen@minaraad.be
: Telefoon 02 558 01 38

Downloads

de forfaitaire heffing per afnamepunt elektriciteit (amendement programmadecreet 2016)

Download (grootte: 84.6 KB, type: application/pdf)