Samenwerkingsakkoord verpakkingsafval
Advies Materialen
Samenvatting
- Adviesdatum
- 31 jan 2019
- Productnummer
- 2019-004
De Minaraad ontving een adviesvraag naar aanleiding van de wijziging van het samenwerkingsakkoord verpakkingsafval.
In het eerste inleidende gedeelte situeert de Raad de adviesvraag en geeft hij, ter ondersteuning van het tweede adviserende gedeelte, toelichting bij het gewijzigde beleidslandschap.
Voor de advisering hanteert de Raad een getrapte aanpak, met enerzijds aanbevelingen met betrekking tot de voorliggende wijziging van het Samenwerkingsakkoord en anderzijds aanbevelingen met betrekking tot toekomstige verwante beleidsaanpassingen.
Aanbevelingen met betrekking tot dit Samenwerkingsakkoord
De Raad verwelkomt de verduidelijking van het toepassingsgebied dat ook buitenlandse (e-commerce)bedrijven die verpakkingen op de Belgische markt brengen aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen als de Belgische verpakkingsverantwoordelijken.
Omtrent de voorgestelde inzamel- en recyclagedoelstellingen voor drankverpakkingen alsook de materiaalspecifieke recyclagedoelstellingen lopen de standpunten uiteen.
De Raad onderschrijft dat men inzake de recyclage van kunststoffen verpakkingen van bedrijfsmatige oorsprong een verbetertraject wenst op te zetten.
De Raad ondersteunt de richting waarin Europa de berekeningsmethodiek voor de recyclage van verpakkingsafval uitwerkt. Omdat doelstellingen en berekeningsmethode één geheel vormen, vraagt de Raad om bij een wijziging van de Europese berekeningsmethode de in het Samenwerkingsakkoord opgenomen recyclagepercentages te herberekenen, zonder hierbij afbreuk te doen aan het ambitieniveau. Ook vraagt de Raad om vorm te geven aan een Belgische monitoringsmethode, waarbij ruimte wordt geboden aan mogelijke verfijningen. Tenslotte vraagt de Raad om werk te maken van een actievere openbaarmaking van de beschikbare gegevens.
Aanbevelingen met betrekking tot toekomstige verwante beleidsaanpassingen
Inzake governance vraagt de Raad om het besluitvormingsproces te verbeteren, om bij een volgende wijziging van het Samenwerkingsakkoord een beleidsevaluatie toe te voegen en om samen met de overige gewesten en de federale overheid een visie op een geïntegreerd verpakkingsbeleid uit te werken.
Over de wenselijkheid van het opnemen van een definitie voor een circulaire economie lopen de meningen uiteen.
De Raad wijst op het belang van preventie. Hij meent dat de huidige beleidsinstrumenten er niet in slagen om de hoeveelheid verpakkingsafval te doen afnemen. De Raad vindt het positief dat in het doelstellingenkader van het Samenwerkingsakkoord nu ook explicieter wordt aangegeven dat men een verhoging van het aandeel van herbruikbare verpakkingen en van hergebruiksystemen voor verpakkingen moet bevorderen. Om dit engagement verder te concretiseren, vraagt de Raad om bijkomende maatregelen uit te werken. Over de aard en/of de plaats van deze bijkomende maatregelen lopen de meningen uiteen.
De Raad ondersteunt het voornemen van de Vlaamse Regering om voor elementen van ecodesign, die onder de productnormwetgeving vallen, in overleg te treden met de federale overheid en hierbij het uitfaseren van verpakkingen, die moeilijk gerecycleerd kunnen worden en waarvoor technisch en economisch haalbare alternatieven beschikbaar zijn, te overwegen. Bij voorkeur gebeurt dit volgens de Raad binnen een Europees kader.
De Raad verwelkomt het principe om de bijdrage van de verpakkingsverantwoordelijken aan het beheersorganisme in verhouding te stellen tot “de duurzaamheid, repareerbaarheid, herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en aanwezigheid van gevaarlijke stoffen”. Ook ondersteunt de Raad de tijdens de hoorzitting van 10 januari 2019 toegelichte hervormingsplannen m.b.t. de groene-punt-tarievenstructuur voor de eerstvolgende jaren. Met betrekking tot de mogelijke nadere invulling ervan liggen de meningen uit elkaar.
De Raad vraagt om bij een volgende wijziging van het Samenwerkingsakkoord de informatieplicht zo uit te breiden dat er meer inzicht ontstaat in wat er vooraan de keten gebeurt. Hij vraagt om hierbij te waken over een goed evenwicht tussen de noodzakelijke gegevens en de administratieve lasten.
De Raad stelt vast dat het kwaliteitsaspect van recyclage (hoogwaardig vs. laagwaardig) nog niet vervat zit in de regelgeving. Over hoe men hiermee concreet om kan gaan verschillen de meningen.
Tenslotte vraagt de Raad om in overleg met de betrokken actoren de reikwijdte van de producentenverantwoordelijkheid inzake verpakkingen/verpakkingsafval bij te stellen conform de gewijzigde Europese regels alsook de principes van het verpakkings- en zwerfvuilbeleid 2.0 van de Vlaamse regering.
Co-auteur(s)
: Naam | Francis Noyen |
---|---|
: Functie | adviseur (Industrieel milieu- en energiebeleid, luchtbeleid) |
: Organisatie | Minaraad |
: E-mailadres | francis.noyen@minaraad.be |
: Telefoon | 02 558 01 38 |